Categorie archief: 19e eeuw

La ruine et la désolation. De aftakeling van de kathedraal rond 1800.

le hideux spectacle de la ruine et de la désolation

 “Bij mijn aankomst bood de kathedraal van Antwerpen de akelige aanblik van verval en desolaatheid. Het puin van altaren en kerkbeelden stapelde zich voetenhoog op over het hele schip. Het was huiveringwekkend om over de stukken steen en marmer te lopen en op de beenderen daartussen van de lijken die de vandalen uit hun graven hadden gesleept. De buitenkant van deze mooie kerk was er ook al erg aan toe. De bedekking was gedeeltelijk vernield en de toren, dat enige monument van elegantie, gratie en lichtheid stond op instorten bij gebrek aan onderhoud.”

[prefect d’Herbouville in maart 1800]

Om een glimp van de Verlichting op te vangen was het voor de gewone Antwerpenaar van 1800 nog wel even wachten tot het stof en het puin van de revolutie en het imperialisme zouden gaan liggen. Na de inname van de stad door de Fransen in 1794 waren veel kunstwerken geroofd en naar Parijs gebracht. De bevolking zou goedschiks of kwaadschiks de vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid van de Franse Revolutie moeten omarmen en alle tekenen van het despotisme en de feodaliteit van het verleden uit de straten doen verdwijnen. Interieurs en inboedels van kerken, kloosters en ook wereldlijke instellingen werden afgetakeld en overal te koop aangeboden. Vanaf 8 november 1798 was het de beurt aan de kathedraal van Antwerpen. Kroniekschrijver Van der Straelen kon zijn tranen niet bedwingen toen hij enkele maanden later een kijkje kon nemen in de kerk : “Alle cieraeden liggen nu verwoest en in stukken ten gronde geworpen en verbreijselt.”

In maart 1800 arriveerde de Franse prefect d’Herbouville in Antwerpen. Hij was pas door Napoleon aangesteld als hoofd van het departement Twee-Nethen – de latere provincie Antwerpen. Hij stond versteld van de ravage die hij in de hoofdkerk aantrof. De kerk werd opnieuw gewijd op 16 mei 1802. Erediensten waren terug mogelijk maar voorlopig vonden ze plaats in een kale kerk tussen bleekwitte muren en pilaren, zonder enige versiering of kunstwerk.

2016-World heritage in danger-Unesco

Bronnen en nota’s :

  • Kaart : List of World Heritage in Danger, Unesco, 2016. Op de lijst staan 55 sites, waarvan er 18 bedreigd zijn om natuurlijke en 37 om culturele redenen.
  • BRECHT DESEURE, ‘Den ouden luijster is verdwenen’. Geschiedenis, herinnering en verlies bij Jan Baptist Van der Straelen (1792-1817). In : BTNG, XL, 2010, 4, p517-555.
  • D’HERBOUVILLE, Statistique du departement des Deux-Nèthes, Paris, An X, p86.
  • MERTENS en TORFS, Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tijden. Zevende deel. Antwerpen, 1853, p8-9.

Utter desolateness. Kleine Stanley, toen hij nog John Rowlands was, in 1847.

The awful feeling of utter desolateness

“Daarom nam Dick Price, de zoon, me op zekere dag bij de hand. Het was zaterdag 20 februari 1847. We zouden naar tante Mary gaan en zo vertrokken we voor een lange en vervelende tocht waar maar geen einde aan leek te komen. Maar Dick deed zijn best om mijn vermoeidheid te verdrijven met valse voorwendsels en verraderlijke knuffels. Ten slotte nam hij me van zijn schouders voor een immens stenen gebouw. We passeerden enkele ijzeren poorten tot hij aan de bel trok die ik met veel kabaal hoorde klingelen doorheen alle kamers en gangen. Een man met een somber gezicht verscheen aan de deur en greep  me bij de hand. Ondanks mijn tegenwringen trok hij me mee naar binnen, terwijl Dick mijn angsten trachtte te verzachten met de ijdele belofte dat hij alleen maar vertrok om tante Mary naar mij te brengen. De deur sloot zich achter hem en de klank ervan echode verder. Het was toen dat ik voor het eerst het akelige gevoel van uiterste verlatenheid ervoer”

[Henry Stanley over zijn jeugd]

John Rowlands – later Henry Stanley – woonde bij zijn grootvader toen die stierf. Een gelukkige kleutertijd kwam bruusk tot stilstand. Vader Rowlands was al langer geleden overleden en zijn moeder zag zich genoodzaakt de vijfjarige John uit te besteden bij het echtpaar Price. Maar er kwam onenigheid over het betalen van het kostgeld en de pleegouders besloten zich van de kleine te ontdoen. Hoewel Dick Price er alles aan deed om de jongen niet te verontrusten of om hem te troosten, toch verried hij hem.

Workhouse St-Asaph (2)-Bio p12

Bronnen en nota’s :

  • foto : Workhouse St-Asaph waar Henry vanuit zijn pleeggezin naartoe werd gebracht – afkomstig uit autobiografie.
  • DOROTHY STANLEY (ed), The Autobiography of Sir Henry Morton Stanley, G.c.b, London, 1909, p10.
  • Henry Morton Stanley (1841 – 1904) was een Welsh-Amerikaans journalist en ontdekkingsreiziger. Hij bevoer in 1879-80 de Kongorivier in dienst van koning Leopold II.