Categorie archief: Erfgoed

De ontbossing rond Antwerpen in 1921.

We vragen ons af waar dat heen moet.

De zorg voor het behoud van het natuurlijk en stedelijk erfgoed is een kwestie die allerlei burgerinitiatieven al decennialang onder de aandacht van de overheid trachten te brengen. De ontbossing in de jaren 1920 rond het Schotenhof was zo een kwestie die de ‘Vereeniging tot behoud van Natuur- en Stedenschoon’ beroerde. Deze vereniging was in 1910 opgericht omdat toch niemand nog “langer onverschillig” kon blijven voor het “voortdurend schenden en vernielen van landschappen, gebouwen en monumenten”.

“De ontbossing blijft haar gang gaan  in de omstreken onzer stad.
Zo-even vernemen we nog dat in de Domeinen van Schotenhof niet minder dan  zestien hectaren bos geveld zijn, en er is ernstig sprake in deze streek de ontbossing op grote schaal voor te zetten.
Wij vragen ons af waar dat heen moet: laat men begaan dan zal binnen enige  jaren de omgeving van Antwerpen totaal van bomen ontbloot zijn.
Voor de ontbossing van Schotenhof  en omstreken is het kwaad dubbel erg. Er  bestaat aan die kant een gans complex van landgoederen en bossen; landgoederen als het hof “Ter List”, het hof “Ter Veke”, het kasteel “Vordenstein”, en bossen gelegen tussen de vaart en Brasschaat,  allen zich onmiddellijk aansluitend  bij het bekende Peerdsbos.
Het ligt voor de hand dat geheel deze  streek het aangewezen natuurpark vormen moet voor het Groter Antwerpen van morgen.
Dringend nodig is het daarom alle verdere ontbossingen onmiddellijk stop te  zetten en te bekomen dat het ganse complex geklasseerd wordt.
Met genoegen vernemen we dat de Vereeniging tot Behoud van Natuur- en Stedenschoon krachtdadig in die richting  werkzaam is, en de nodige stappen aanwendt. “

Bronnen en bijkomende informatie :

La ruine et la désolation. De aftakeling van de kathedraal rond 1800.

le hideux spectacle de la ruine et de la désolation

 “Bij mijn aankomst bood de kathedraal van Antwerpen de akelige aanblik van verval en desolaatheid. Het puin van altaren en kerkbeelden stapelde zich voetenhoog op over het hele schip. Het was huiveringwekkend om over de stukken steen en marmer te lopen en op de beenderen daartussen van de lijken die de vandalen uit hun graven hadden gesleept. De buitenkant van deze mooie kerk was er ook al erg aan toe. De bedekking was gedeeltelijk vernield en de toren, dat enige monument van elegantie, gratie en lichtheid stond op instorten bij gebrek aan onderhoud.”

[prefect d’Herbouville in maart 1800]

Om een glimp van de Verlichting op te vangen was het voor de gewone Antwerpenaar van 1800 nog wel even wachten tot het stof en het puin van de revolutie en het imperialisme zouden gaan liggen. Na de inname van de stad door de Fransen in 1794 waren veel kunstwerken geroofd en naar Parijs gebracht. De bevolking zou goedschiks of kwaadschiks de vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid van de Franse Revolutie moeten omarmen en alle tekenen van het despotisme en de feodaliteit van het verleden uit de straten doen verdwijnen. Interieurs en inboedels van kerken, kloosters en ook wereldlijke instellingen werden afgetakeld en overal te koop aangeboden. Vanaf 8 november 1798 was het de beurt aan de kathedraal van Antwerpen. Kroniekschrijver Van der Straelen kon zijn tranen niet bedwingen toen hij enkele maanden later een kijkje kon nemen in de kerk : “Alle cieraeden liggen nu verwoest en in stukken ten gronde geworpen en verbreijselt.”

In maart 1800 arriveerde de Franse prefect d’Herbouville in Antwerpen. Hij was pas door Napoleon aangesteld als hoofd van het departement Twee-Nethen – de latere provincie Antwerpen. Hij stond versteld van de ravage die hij in de hoofdkerk aantrof. De kerk werd opnieuw gewijd op 16 mei 1802. Erediensten waren terug mogelijk maar voorlopig vonden ze plaats in een kale kerk tussen bleekwitte muren en pilaren, zonder enige versiering of kunstwerk.

2016-World heritage in danger-Unesco

Bronnen en nota’s :

  • Kaart : List of World Heritage in Danger, Unesco, 2016. Op de lijst staan 55 sites, waarvan er 18 bedreigd zijn om natuurlijke en 37 om culturele redenen.
  • BRECHT DESEURE, ‘Den ouden luijster is verdwenen’. Geschiedenis, herinnering en verlies bij Jan Baptist Van der Straelen (1792-1817). In : BTNG, XL, 2010, 4, p517-555.
  • D’HERBOUVILLE, Statistique du departement des Deux-Nèthes, Paris, An X, p86.
  • MERTENS en TORFS, Geschiedenis van Antwerpen sedert de stichting der stad tot onze tijden. Zevende deel. Antwerpen, 1853, p8-9.